Ze nodigt mij uit en ze confronteert mij met mijn vrouwelijkheid. Ze is speels en flirterig. Ik word verlegen en weet geen houding te geven, ik voel me klunzig en lomp naast haar. Ik besef dat ik me helemaal niet vrouwelijk voel.

Ze neemt mij mee naar een donker plek waar ik niets meer kan zien, tot er een fel licht aangaat, ik kijk om me heen en besef dat we op een podium staan.

Vragend kijk ik om me heen…

Ze gaat voor mij staan en ze begint te dansen. Ze draait zich om en danst nu met haar rug naar mij toe. Ik kijk met bewondering en probeer het na te doen maar opnieuw voel ik me klunzig en lomp. Er komen andere dansers en danseressen bij. Ze komt naar mij toe en ze vraagt of ik mijn ogen dicht wil doen.

Ik hoor nu alleen maar muziek en ik begin te beseffen dat ik niets na moet doen, maar alleen mag gaan voelen. Voelen wat mijn lichaam wil doen en langzaam begin ik te bewegen.

Ik leer mijn ritme te zoeken en die te voelen om er zo mee te leren spelen en ermee te bewegen. Intuïtief wetend dat niets fout is.

Ondanks dat ik mijn ogen dicht heb kan ik mezelf van een afstand zien dansen. Ik beweeg op het ritme dat bij mij past, dat ik voel. Compleet in overgave.

Ik zie dat de anderen ook op gevoel en ritme bewegen en het lijkt wel een professionele optreden, of we dit al jaren samen doen of we hier dagelijks voor oefenen.

Maar het is niets meer dan èèn worden vanuit een gedeelde dans, ieder met zijn en haar eigen gevoel. Een dansvloer waar iedereen zijn eigen hoofdrol speelt.